Introductie
In 1899 is in Oldeberkoop het monumentale pand ‘Villa Vredewoud’ gebouwd, in opdracht van Epke Willinge Prins. De familienaam Willinge Prins is er een van invloed op de ontwillinen in het dorp. Het in Jugendstil-achtige stijl opgetrokken gebouw toont ruimelijk de rijkdom van haar vroegere bewoners. De combinatie van de keramische boogtrommels en het glas-in-lood in de erkerramen rondom verraden een sierlijk art-nouveau karakter. Op architectuurhistorisch gebied speelt het pand een belangrijke rol, hetgeen te danken is aan het fraaie ontwerp van O.M. Meek. Het ontwerp van Meek voor Villa Vredewoud staat te boek als kwalitatief esthetisch, met veel ornamentiek en bijzonder materiaalgebruik en een opvallende aandacht voor detail en architectonische gaafheid in het exterieur. Het venster boven de entree van de villa is de kroon op zijn ontwerp; een tegeltableau waarin de letters “Villa Vredewoud’’ zijn gezet.
Het pand staat in de toepasselijk genoemde Willinge Prinsstraat. Villa Vredewoud straalde in 1899 de sfeer van de nieuwe tijd uit: het art-noveau karakter van de glas-in-lood ramen en de keramische boogtrommels boven deze ramen maken het een typisch fin-de-siecle bouwwerk. Fin-de-siecle wordt doorgaans in verband gebracht met een groei van kunststijlen en –vormen evenals een ambivalente houding van de burgerij. De sierlijke erker bezit een buitengewone ambachtelijke kwaliteit evenals het overstek van de daken, die door schoren en stijlen, voorzien van fraaie profielen, ondersteund worden.
Onderdeel van het complex ‘Villa Vredewoud’ is ook ‘Klein Vredewoud’, een tuinmanswoning opgetrokken in dezelfde stijl tegenover de villa. Alhoewel Klein Vredewoud hetzelfde bekoorlijke karakter kent is het aanzienlijk kleiner en bescheidener in haar uitvoering.
De naam ‘Vredewoud’ komt reeds in 1849 voor ten westen van de weg naar Noordwolde, direct ten noorden van de Linde. Hier ligt een aangelegd bos die dezelfde naam als de villa draag. De naam ‘Vredewoud’ kan een verwijzing zijn naar de in 1815 gesloten Europese vrede. Toch is ‘woud’ in het Fries niet een gebruikelijk woord voor een aangelegd bos, en zal dit waarschijnlijk zijn oorsprong in de romantiek hebben.
Architectuur
Het ontwerp van M.O. Meek is geroemd om zijn eclectische uitdossingen en art-noveau stijl. De villa van twee bouwlagen heeft een overstekend geknikt schilddak, doorbroken door topgevels met zadeldak, driepas sierspant en piron. Het dak is belegd met daktegels; de goot wordt gedragen door gootklampen. In de dak-vlakken zijn drie dakkapellen met spits en wangen. Het opgaande muurwerk bestaat uit bruine bakstenen op een natuurstenen plint. Rondom het pand lopen sierbanden van natuursteen en rode verblendsteen.
Aan de zuidoostzijde van de voorgevel is de gevel uitkragend over de beide bouwlagen; op de ver-dieping is een rechthoekige erker. Op de zuidwesthoek zijn twee serres; een zeshoekige en trapeziumvormige. De zeshoekige serre en erker hebben glas-in-lood bovenlichten met art-nouveau motieven en gesneden kozijnen. De overige vensters zijn deels voorzien van glas-in-lood bovenlichten en worden afgesloten door een segmentboog met aanzet- en sluitstenen. De trommelvelden zijn deels gevuld met tegeltjes. De oorspronkelijke dubbele houten deur met natuurstenen stoep heeft een bo-venlicht onder een segmentboog met aanzet- en sluitstenen en een gevuld trommelveld.
Historie
Als men de geschiedenis van Oldeberkoop naleest in de archieven wordt al gauw duidelijk dat er vroeger slechtst enkele boeren waren die zich eigenaar mochten noemen van de grond waarop zij werkten. Dit was een gevolg van grootgrondbezit; enkele rijke families die een relatief groot aantal hoeven in bezit hadden. In de periode van de zeventiende tot de twintigste eeuw is dit een kenmerkend verschijnsel voor Oldeberkoop.
Pas in de loop van de negentiende eeuw wint één familie terrein als het op grootgrondbezit aankomt, namelijk het geslacht Willinge Prins. Voor deze periode waren de meeste grondeigenaren onderdeel van de landadel. In 1860 krijgt de familie Willinge Prins via overerving van de familie Terwilscha een groot aantal van de hoeven in de regio Stellingwerf-Oosteinde in het bezit. In de loop van de twee eeuwen die volgen is hier door uitbreiding flink wat grondgebied bijgekomen wat er in heeft geresulteerd dat in de loop van de negentiende eeuw de familie Willinge Prins meer dan de helft van het aantal boerderijen van Oldeberkoop heeft verworven.
Boeren die vroeger op een niet-stemhebbende hoeve woonden en deze eigenhandig hadden veroverd op de woeste grond is weinig bekend. Dit komt omdat zij een relatief onbetekende rol in het dorp innamen. Deze boeren worden ‘keuters’ genoemd. Er waren weinig keuters in Oldeberkoop vanwege het kleine oppervlakte aan woeste grond. Deze waren meer te vinden onder Noordwolde in ‘de Velden’ en ‘de Meente’
J.A.Willinge
Voor de bouw van het huidige Villa Vredewoud stond er op het grondgebied het huis van Fries politicus Jan Albert
Willinge. Jan Albert leefde van 1760 tot 1839 en was een invloedrijk man. Zoon van een onder-luitenant in het regiment Regteren –Jan Ludolf en Johanna Gezina Hubbelink, beiden afkomstig uit het Drentse Peize, en kleinzoon van de Drentse gedupteerde Jan Willinge. Jan Albert werd in 1815 buitengewoon lid van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, die besliste over de grondwet van 1815.
J.A. Willinge Prins (tweede van rechts) met vrouw en twee zonen
Meer informatie volgt nog
Wordt aan gewerkt.
Meer informatie volgt nog
Wordt aan gewerkt.
Oldeberkoop
Het dorp Oldeberkoop kent haar bestaan sinds 1228 en telt op het moment van schrijven 1550 inwoners. De twee beeldbepalende, monumentale panden van het dorp zijn ‘Vredewoud’ en ‘Lunia’. Het dorp valt op door haar goed bewaarde authenticiteit; niet voor niets is het gebied rondom de oude kerk (Bonifatiuskerk) een beschermd dorpsgezicht. De kerk is een markant beeld in het dorp en is opgetrokken in verschillende bouwstijlen. Villa Vredewoud is op een steenworpsafstand van de Bonifatiuskerk gebouwd.
Ieder jaar wordt er in Oldeberkoop een landelijk geroemde kunstroute georganiseerd: Open Stal. Tijdens dit evenement kunnen bezoekers rondneuzen bij galerieën en ateliers, maar ook bij de vriendelijke en openhartige dorpelingen thuis. Kunstenaars uit het hele land exposeren in de verschillende huizen in het dorp.